-
1 vis-à-vis
adv. (Frans) tegenover elkaar--------n. tegenover, ten opzichte van; tegen over elkaar--------prep. (Frans) ten opzichte van, in relatie tot, vergeleken met; tegenovervis-à-vis1[ vie:zəvie:] 〈 bijwoord〉————————vis-à-vis2〈 voorzetsel〉 -
2 face
face [faas]〈v.〉3 uiterlijk ⇒ aanzien, aanblik, gedaante, aspect4 beeldenaar ⇒ kruis, beeldzijde♦voorbeelden:face d'oeuf! • domkop!〈 vulgair〉 face de rat! • rotkop!perdre la face • gezichtsverlies lijdensauver la face • zijn gezicht reddenface à • met uitzicht opfaire face à ses engagements • zijn verplichtingen nakomenla mairie devait faire face à des obligations écrasantes • de gemeente zag zich geplaatst voor loodzware lastenface à face • tegenover (elkaar)se trouver face à face avec qn. • oog in oog met iemand staancracher à la face de qn. • iemand in het gezicht spuwen 〈 figuurlijk〉; iemand van zijn minachting doen blijkenproclamer à la face de l'univers • ten overstaan van de gehele wereld verkondigende face • van vorenune place de face dans le train • een zitplaats in de trein waarbij men vooruit rijdtportrait de face • portret en faceavoir le vent de face • de wind tegen hebbenen face de cela • daartegenoverla maison d'en face • het huis aan de overkant van de straatle voisin d'en face • de overbuurmanaller en face • naar de overkant gaandire qc. à qn. en face • iemand iets recht in zijn gezicht zeggenregarder qn. en face • iemand recht in het gezicht kijkenregarder le péril en face • het gevaar zonder vrees tegemoet zienvoir les choses en face • de werkelijkheid onder ogen zienexaminer qc. sous toutes ses faces • iets grondig bekijken→ pilef1) gezicht2) kant, zijde3) facet, aspect4) kruis, beeldzijde -
3 regard
regard [rəgaar]〈m.〉♦voorbeelden:1 des regards en coin, en coulisse • steelse, zijdelingse blikkenregard noir • boze blikau premier regard • op het eerste gezichtcouver, dévorer du regard • met de ogen verslindenfrapper le regard • in het oog vallenmenacer du regard • dreigend aankijkenau regard de • wat betreft, ten opzichte vanen regard • ertegenovermettre en regard • vergelijken, tegenover elkaar stellenen regard de • vergeleken met, tegenoverm1) blik, oogopslag2) kijkgat
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский